Worden in de zomer veel huizen verkocht of liggen we liever massaal op het strand? Wat is eigenlijk het effect van seizoenen op de woningverkoop? Het Kadaster zocht het voor u uit.
Seizoenspatroon huizenverkoop
Al 24 jaar worden in december de meeste woningen verkocht
en in januari de minste. Omdat dit al een lange periode zo is, is sprake van
een seizoenspatroon. Alleen het jaar 2008 week hiervan af; het startjaar van de
crisis. Naast de piek in december en het dal in januari, ontdekte het Kadaster
het volgende:
- Na het dal in januari, stijgt het aantal woningverkopen
tot het begin van de lente in maart.
- Na een lichte daling in april, stijgt het aantal
verkopen richting de zomer met een piek in juli.
- Na een daling in augustus en september, worden in
oktober weer meer woningen verkocht.
- In november worden minder woningen verkocht dan het
maandgemiddelde.
Kanttekening bij
cijfers Kadaster
Het Kadaster plaatst een kanttekening aan het eind van
het rapport, die de cijfers in een heel ander daglicht plaatst. In het
onderzoek bekijkt het Kadaster de woningtransacties die bij het Kadaster zijn
geregistreerd. Dit is het moment waarop de juridische overdracht plaatsvindt
bij de notaris. Echter: de feitelijke verkoop - doorgaans bij de makelaar -
vindt gemiddeld 2 maanden eerder plaats. Dan zijn niet juli en december
maar april, mei en juni en in het najaar september en oktober de maanden waarin
de meeste woningen worden verkocht.
Woningverkoop;
beter of slechter?
Omdat sprake is van een structureel seizoenspatroon, is het lastig om te beoordelen of het ‘beter’ of ‘slechter’ gaat met het aantal verkopen in een bepaalde maand. In januari worden veel minder woningen verkocht dan in december, maar dat wil niet automatisch zeggen dat het ‘slecht’ gaat met de koopwoningmarkt in januari. Het gaat pas ‘slecht’ als er minder wordt verkocht dan wordt verwacht op basis van het seizoenspatroon.
Eerste kwartaal
2018: iets meer woningverkopen dan verwacht
In het eerste kwartaal van 2018 werden meer woningen verkocht dan trendmatig voorspeld was. Voor het eerste kwartaal geldt dat alleen februari ‘tegenviel’. In januari werden meer woningen verkocht en voor maart was het verschil klein. In het tweede kwartaal werden daarentegen juist minder woningen verkocht dan verwacht.
Beleid kan invloed
hebben op seizoenspatroon
Wanneer het beleid voor de woning- of hypotheekmarkt
verandert, kan dit invloed hebben op het seizoenspatroon. Twee voorbeelden:
- Verhoging van overdrachtsbelasting per 1 juli 2012:
Woningkopers anticipeerden massaal op de verhoging. In de maand ervoor werden
extra veel woningen verkocht.
- Nieuwe wettelijke norm maximale hypotheek vs. waarde
van de woning: Voor afgesloten hypotheken vanaf januari 2013 geldt dat men
alleen recht heeft op hypotheekrenteaftrek als de schuld volledig in dertig
jaar wordt afgelost. Hierdoor werden in december 2012 veel meer woningen
verkocht dan normaal.
Omdat deze beleidsveranderingen niet jaarlijks
terugkeren, is hier in het seizoenspatroon rekening mee gehouden.